InterviewDe Vragen van Proust
Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Eenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: zanger Metejoor (31). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?
1. Hoe oud voelt u zich?
“Ik ben 31. Ik heb mij altijd heel jong gevoeld, rond de twintig, maar de laatste tijd voel ik mij een vijfendertiger. Ik denk dat dat te maken heeft met de verantwoordelijkheid die ik nu draag als pluspapa. En in de showbizzwereld word je ook wel geacht om over een soort volwassenheid te beschikken. Toch zeker als de camera’s draaien. (lacht) Ik heb de laatste tijd ook veel te veel opdrachten aangenomen en dat heeft mij vermoeid. Vroeger had ik een vast ritme. Ik ging om elf uur slapen en om kwart voor zeven werd ik wakker. Dat helpt inzake fitheid en gezondheid. Nu heb ik dat niet meer. Ik kom ‘s nachts thuis en vertrek soms naar een nieuwe opdracht na amper een paar uurtjes slapen.
BIO * Vlaamse zanger, artiestennaam van Joris van Rossem * Geboren op 4 januari 1991 in Duffel * Kwam dankzij de deelname van zijn zus aan The Voice in contact met producer Hans Francken. Ging onder contract bij CNR en scoorde hits zoals ‘Ik hou van jou’, ‘Ik wil meer’, ‘Het beste aan mij (ben jij’), ‘1 op een miljoen’ * Te zien in tv-programma’s Een echte job en Dancing with the Stars * Heeft een relatie met Britt, is pluspapa van haar kinderen
“Toen ik nog lesgaf voelde ik me veel jonger. Ik was ook leerlingenbegeleider en moest mezelf kunnen inleven in hun problemen. Er kwamen soms kinderen van twaalf mij huilend vertellen dat hun vriendje of vriendinnetje het had uitgemaakt via Facebook. Dat soort problemen kom ik nu niet meer tegen.” (lacht)
2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?
“Piekeren. Ik denk heel de dag na over elke stap die ik zet. En dromen. Ik ben al heel mijn leven aan het dromen en heel veel waarvan ik ooit gedroomd heb, gebeurt gewoon. Gisteren belde ik met mijn moeder en die was zo trots op mij. (emotioneel) Ik moet er gewoon van wenen. Ik heb het podium mogen delen met Bart Peeters, Koen Wauters, Marco Borsato,... Allemaal mensen naar wie ik al heel mijn leven opkijk. Plots mag ik tussen hen vertoeven en merken dat het ook maar gewone mensen zijn. Hoe fantastisch is het niet om iets te kunnen betekenen voor anderen en daar ook nog eens plezier aan te beleven.
“Dat gepieker heeft mij al heel mijn leven parten gespeeld. Neem nu Dancing with the Stars. Twee jaar geleden zei ik tegen mijn vriendin: ‘Ze mogen het mij honderd keer vragen, daar doe ik nooit aan mee’. Ik wist dat ik mezelf met zoveel stress ging opzadelen. Maar toen de vraag dan kwam vroeg ik me af: waarom niet? Ik heb al zoveel geschreven over het overwinnen van angsten, dus waarom zou ik dit nu niet doen? Ik had twee jaar geleden wel gelijk. Ik heb mijzelf met heel veel stress opgezadeld. (lacht) Ik ben veel te gevoelig.
“Ik heb weken niet geslapen van de stress. Vroeger was mijn leven gebaseerd op punten. Ik zeg dit niet om medelijden op te wekken, maar omdat ik daar echt tegen ben. In het derde leerjaar heb ik daardoor een knik gekregen en dat heeft geduurd tot de hogeschool. Zodra er scores op worden gekleefd, word ik misselijk. Ik ben tegen het quoteren van mensen. In de kunstwereld vind ik dat niet van toepassing. Je doet iets vanuit je hart. Je leeft jezelf in vanuit een emotie. Je moet daar geen score op plakken. Ik snap natuurlijk wel het concept van een wedstrijd, maar ik kan daar moeilijk mee om.”
3. Wat is uw zwakte?
“Mijn faalangst. Na vier jaar is het podium eindelijk mijn comfortzone, ik geniet nu van elke seconde, maar bij iets nieuws zoals Dancing with the Stars stak hij opnieuw de kop op.
“Als kind heb ik daar nooit over kunnen praten. Ik was heel slecht in wiskunde en mijn vader is een wiskundeknobbel, dus ik voelde al heel snel die druk van: shit, ik kan dat niet en mijn papa wel. Ik studeerde heel hard. Ik moest wel, want ik kan niet goed onthouden, omdat ik een beetje ADHD heb. In het eerste trimester van het vierde middelbaar zeiden ze al tegen mij: ‘Enkel als je punten voor wiskunde stijgen, mag je over naar het volgende jaar in deze richting.’ (zucht) Dat komt binnen, hè. Ik heb dat jaar zoveel stress gehad. Ik herinner mij zelfs een black-out. Ik zat aan mijn bureau en was volledig geblokkeerd. Dat heeft mij wel gemaakt, maar ook een beetje gekraakt voor de rest van mijn leven. Je moet weten dat die punten uiteindelijk de hoogte ingingen, maar ik toch een B-attest kreeg. Omdat wiskunde en chemie dan toch niet hoog genoeg zouden zijn geweest. Ik was zo teleurgesteld in mijzelf. Ik heb toen de hele dag in een bos gezeten. Dat zal ik nooit vergeten. Ik durfde heel de vakantie niet meer af te spreken met mijn vrienden uit schaamte. Ik heb uiteindelijk mijn jaar opnieuw gedaan. Pas door die rust kon ik opnieuw beginnen nadenken.”
4. Hoe was uw kindertijd?
“Mooi. Warm. Vrij. Wij zijn opgevoed met een heel groot respect voor de buitenwereld. Mijn moeder werkt als opvoedster in een wooncentrum voor mensen met een beperking. Wij gingen heel vaak mee, waardoor dat voor ons een soort habitat is geworden. Ook mijn vader is iemand die vooral niet aan zichzelf denkt. Zo heeft hij ooit een schooltje bezocht in Ethiopië dat hij nog altijd sponsort.
“Er was ook een constante va-et-vient bij ons thuis. Iedereen uit de straat kwam bij ons spelen. Mijn mama die in onze tuin op haar blote voeten in de goal stond. Mijn vriendjes die penalty’s trapten. Mama pakte ze allemaal. (lacht) Er zaten soms kinderen in ons huis die we niet eens kenden. (lacht) Dat was heel leuk.
“Mijn ouders hadden vroeger ook een bandje. In het weekend gingen mijn zus en ik vaak mee naar optredens en dan speelden wij rond het podium. Ergens diep vanbinnen wilde ik dat zelf ook wel. Ik heb jarenlang mijn stem opgenomen met mijn gsm in het studiootje van mijn ouders op zolder. Als iedereen weg was, ging ik daar mijn zangkwaliteiten testen en beluisteren. Tot ze weer thuis kwamen, dan stopte ik ermee. Mijn ouders hebben mij nooit horen zingen. Niemand eigenlijk. Als ik op café zat met vrienden en het werd laat en we hadden heel veel gedronken, zei ik: ‘Ik ga later zanger worden’. Iedereen moest daar dan mee lachen: ‘Joris, ge durft nog niet eens ne micro in uw pollen te pakken op café’. Maar toch. Ik wilde dat echt. Als ik voorbij het Sportpaleis reed, keek ik ernaar met een gevoel van: wij gaan elkaar ooit terugzien. Dat heeft me jarenlang beziggehouden. Alleen heb ik dat nooit durven uit te spreken.
“Voor het familiefeest op Kerstmis schreven wij elk jaar gedichten voor elkaar. Het werd snel duidelijk dat ik goed kon schrijven en leuk kon voorlezen. Maar mijn zusje, die helemaal geen schroom had, begon daar gewoon te zingen. Ik dacht toen: ik wil dat ook, maar ik ga dat niet doen, want Lisa kan dat veel beter. Dus het bleef bij voorlezen.” (lacht)
5. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?
“Voetbalposters en -sjaaltjes. Ik was helemaal into de voetbalwereld. Ik ging ook heel graag wedstrijden kijken in grote voetbalstadions, waar ik nu graag eens zou willen optreden.” (lacht)
6. Is het leven voor u een cadeau?
“Eigenlijk wel. Het spijtige is dat ik door al dat piekeren soms vergeet in wat voor een luxesituatie ik zit. Ik kom uit een heel warm gezin dat mij alle kansen gegeven heeft. Ooit vroeg ik mijn vader: ‘Hoe komt het dat mijn vrienden wel in grote villa’s wonen en wij niet?’ Dat maakte hem kwaad. Hij zei: ‘Jongen, ik beloof je dat je nooit iets tekort zal komen en dat je je nooit zorgen zal moeten maken. Tenzij die villa jouw doel is, dan zal je je wel zorgen moeten maken, want dat wil zeggen dat je je leven zal laten leiden door geld en macht.’ Dus wij zijn echt wel gezegend. Ik heb niets om mij zorgen om te maken. Het leven is voor mij wel een cadeau, ja. Ik moet het alleen vaker bewust opendoen, dat strikje.”
7. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?
(denkt na) “Ik heb het er al met veel collega-artiesten over gehad. Ik heb het gevoel dat het voorbije anderhalf jaar een van de moeilijkste periodes is geweest in mijn leven. Dat is gek, want ik heb als artiest alles waar ik ooit van droomde. Ik heb een nummer-éénhit en een nummer-éénalbum gehad. Ik word overal gevraagd. Er komt zoveel op mijn pad. Ik zou eigenlijk dolgelukkig moeten zijn, maar ik heb dat geluk dus niet ervaren.
“Toen ‘1 op een miljoen’ op één stond, zat ik privé echt met mijn handen in het haar. Door corona waren er geen concerten. Ik vroeg mij af: is dit nu het gevoel van op nummer één te staan? Mijn grootvader lag op dat moment ook op sterven. (emotioneel) Dat viel allemaal samen in die periode. Ook hier in het gezin was het niet evident, omdat mijn leven ineens op een ander spoor kwam te liggen. Ik werd herkend op straat, mensen begonnen aan mijn mouw te trekken, ik kon niet meer zomaar gaan en staan waar ik wilde. Alles waar ik van droomde, gebeurde, maar dat bracht tegelijk ook heel veel met zich mee waar ik nooit bij had stilgestaan.
“De dag dat ik als gast mocht optreden tijdens de finale van The Voice, samen met mijn groot idool Marco Borsato, kreeg ik vijf minuten voor ik het podium op moest, telefoon van mijn vader met de boodschap dat opa zich op dat moment wilde laten inslapen. Hij was op. Ik heb mijn grootvader dus zien inslapen via Facetime. Daarna hoorde ik meteen in mijn oortje: ‘Joris, je moet nu het podium op’. Dat was heel gek. Ik mocht optreden voor een miljoen kijkers... En ik heb dat niet ervaren. Ik was alleen maar aan mijn opa aan het denken. Toen ik van het podium kwam, ben ik gaan overgeven op het toilet. Ik ben daar een week ziek van geweest.”
8. Waar hebt u spijt van?
“Ik heb iemand geslagen toen ik achttien was. Liefdesperikelen, jaloezie, ruzie... Twee jongens die elkaar wat uitdagen. Jaren later kwam ik zijn oma en opa tegen op restaurant. ‘Ah, jij bent Joris, die onze kleinzoon een slag in het gezicht heeft gegeven.’ Al lachend, hè. Ik ben toen bij die mensen gaan zitten om wat te babbelen. Want ik vind dat nog altijd heel erg, dat is helemaal niet wie ik ben.”
9. Wat biedt u troost?
“Het besef dat het leven dat ik mag leiden een geschenk is. Ik heb net opnames van Een echte job achter de rug voor VTM. Dat soort televisie is mij op het lijf geschreven. Iedere patiënt heeft zijn eigen zware verhaal, sommigen kunnen het zelfs niet meer vertellen. Mensen in comateuze toestand, bijvoorbeeld. Als ik daaraan terugdenk, schaam ik mij soms over mijn gepieker. Ik ben gezond en ik heb niets om mij zorgen om te maken. De mensen die ik heb ontmoet in het ziekenhuis, màken zich niet eens druk. Die denken alleen maar: hoe kan ik nu nog het beste maken van mijn leven? Teruggaan naar de kleine dingen is belangrijk. Dat biedt mij troost. In mijn bed liggen en dankbaar kunnen zijn.”
10. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?
“Wakker worden en kunnen gaan en staan waar ik wil. Ik heb de mogelijkheid om te kiezen. Ik heb de mogelijkheid om warm te zitten en om goed te eten. Ik heb de mogelijkheid om liefde te geven en liefde te krijgen. En ik mag elke dag opnieuw doen wat ik graag doe. En ik mag dat dan nog eens vertellen aan De Morgen.” (lacht)
11. Wanneer hebt u het laatst gehuild?
“Daarnet. Ik merk dat ik de laatste tijd heel vaak huil. Ik ben overgevoelig en dat is geen pretje. Als er een beetje stress in de lucht hangt, pik ik dat direct op. Ik huil ook wel vaak van vermoeidheid, denk ik. Als je vermoeid bent, komt alles des te harder binnen. Ik neem heel veel hooi op mijn vork en dat zorgt ervoor dat ik nooit rust in mijn hoofd heb.
“Ik ween gemakkelijk. Op mijn zeventiende noemden ze mij al ‘den bleiter’. (lacht) Ik zat in een vriendengroepje; jongens die elke dag gingen fitnessen. Elke dag daagden we onszelf uit om onze grenzen te verleggen. Heel cool en stoer allemaal, maar ik was degene die iedereen wilde knuffelen en altijd begon te huilen. (lacht) Ik vind dat je emoties moet delen.
“Een aantal jaren geleden heeft een van die vrienden zich het leven ontnomen en toen is er ineens iets geknakt. Toen is iedereen elkaar beginnen vastpakken. Dat was een heel trieste gebeurtenis, maar het heeft ook iets heel moois teweeggebracht. Al die stoere mannen zagen eindelijk in dat het oké is om te huilen. Als je samen kan lachen, waarom zou je in godsnaam elkaar niet mogen laten zien dat je verdrietig bent?”
12. Wat is uw vroegste herinnering?
“Om een of andere reden mocht ik van het eerste meteen over naar het derde kleuterklasje, waardoor mijn beste vriendje, Dries, niet langer bij mij in de klas zat. Ik weet nog dat ik iets fout had gedaan en naar het tweede klasje ben gelopen en onder de bank van Dries ben gekropen. Soms dacht ik dat het een droom was, maar het blijkt wel degelijk echt gebeurd te zijn. Ik zou niet weten wat er van Dries geworden is.”
13. Heeft u soms last van heimwee?
“Ik ben op Erasmus geweest in Antalya, in Turkije. Daar heb ik een soort rust ervaren die ik nooit eerder heb gekend. Dat waren allemaal zulke lieve, warme mensen. Veel Erasmusstudenten trokken daar naar hotels om te feesten, maar ik vond het interessanter om mee te gaan met de Turken en hun cultuur te ontdekken. Ik was daar eerlijk gezegd naartoe gegaan met enorme vooroordelen. Na twee weken waren die weg. Als ik aan die periode terugdenk, heb ik heimwee.”
14. Welk boek heeft een grote betekenis voor u?
“Ik heb heel weinig gelezen in mijn leven omdat ik mij niet kan concentreren. Dat lukt mij niet.
“Wat mij wel geholpen heeft toen ik net begon met optreden, is Mindfulness van Edel Maex. Na mijn eerste concertje had ik al het gevoel: eindelijk, dit is dus wat ik wil doen. Ik werd daarna meteen gevraagd voor het voorprogramma van Clouseau in Nederland. Maar ik zat vol stress en moest soms zelfs overgeven van de zenuwen. Dus ben ik mindfulness gaan doen om in het moment te leren zijn. Dat heeft mij toen wel geholpen. Dat halve jaar, want zo gaat dat altijd in mijn leven. Eerst is er bewustwording, maar na een tijdje herval ik weer in dat drukke en vluchtige bestaan. Dat is te belachelijk voor woorden, hè. Toen die vriend van mij uit het leven gestapt is, dacht ik ook dat mijn leven er voortaan compleet anders zou uitzien. Dat ik dankbaar zou zijn en mij niet meer druk zou maken over futiliteiten. Vanaf dit nieuwe jaar ga ik het anders aanpakken.”
15. Hoe definieert u liefde?
(denkt na) “Een onderling respect waardoor je kan zijn wie je bent en waardoor beide partijen elkaar op een hoger level kunnen tillen. Ik heb het dan niet alleen over koppels. Dat geldt ook voor vrienden of broers en zussen.
“Mijn vriendin en ik, we zijn nu drie jaar samen. Het gekke is, daarvoor was ik een losgeslagen vrijgezel. Professioneel was ik heel erg toegewijd, maar daarbuiten gingen alle remmen los. Dat kon nu plots niet meer. Ik had ineens een bepaalde verantwoordelijkheid. Het was in het begin vooral heel vreemd om te moeten bepalen wat mijn plek was binnen een reeds bestaand gezin. Fungeren als papa hoefde echt niet, want de kinderen hebben al een geweldige papa. Wat ging ik hier dan doen? Daarom hebben met z’n allen beslist dat ik hier gewoon Joris moet zijn. En Joris is gewoon een heel goeie vriend, naar mijn gevoel. Het lief van mama dan. (lacht)
“Onlangs hoorde ik iemand de kinderen vragen: ‘Wat is Joris dan van jullie? Pluspapa?’ ‘Metejoor’, zeiden ze. (lacht) Ik ben gewoon het liefje van mama en ik ben er om voor hen te zorgen en hen te helpen.
“Voor ik een relatie had met Britt zei ik altijd dat ik nooit van mijn leven een pluspapa zou willen zijn. Nooit. Maar ik heb ook altijd gezegd dat ik nooit aan Dancing with the Stars zou meedoen, dus ja. (lacht) Dingen gebeuren. En ik zie die kinderen doodgraag.”
16. Wat vindt u erotisch?
“Een vrouw in lingerie. Ik ben fan van het vrouwelijke lijf in al zijn maten en vormen. Ik moet natuurlijk oppassen wat ik zeg, want nu gaat mijn vriendin er misschien van uit dat alle vrouwen in lingerie erotisch zijn voor mij.” (lacht)
17. Wat is de bijzonderste plek waar u de liefde bedreven hebt?
“Oei, is dat De Morgen hier? (lacht) Dat was op een feestje. In de garage op de auto van de ouders van het meisje dat het feestje georganiseerd had. Op zich niets speciaals, ware het niet dat er in die garage ook een ijskast stond waar de gasten hun drank kwamen halen. Iedereen liep daar constant binnen en buiten, maar niemand zag ons omdat de auto in het donker stond en alleen de ijskast verlicht was. Dat was een heel gek gevoel. Het heeft dus ook niet zo heel lang geduurd.”
18. Hoe voelt u zich in uw lichaam?
“Ik voel mij fysiek niet helemaal top nu. Ik zat vroeger heel de week lang in het fitnesscentrum. Elk vrij moment ging ik sporten, omdat ik gezondheid heel belangrijk vind. Door mijn drukke schema kom ik daar nog amper. Bovendien heb ik blessures opgelopen tijdens Dancing with the Stars. Ik ben nu, denk ik, de minst fitte Joris van de voorbije 31 jaar. Er is een tijd geweest dat ik niet kapot te krijgen was. Dat dansen was bovendien heel zwaar. Mijn lichaam was dat niet meer gewoon, ik had heel de dag spierpijn van in mijn pink tot in mijn kleine teen.”
19. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
“Een spirituele ervaring wel, ja. Op het einde van zijn leven was mijn grootvader zo ziek dat hij niet meer in staat was om te praten. Hij wilde echt sterven. Op een dag zaten we met tweeën aan zijn bed en plots veerde hij recht en zei hij: ‘Ik wil iedereen van de familie nog zien, en dan wil ik een shotje wodka. En daarna wil ik bidden. Het is goed geweest.’ En zo is het uiteindelijk gegaan.”
20. Hoe zou u willen sterven?
“Eigenlijk zoals mijn grootvader. Iedereen nog eens kunnen zien en met een gerust hart kunnen vertrekken. Het leven zal wel rustig verder zijn gangetje gaan. Hij was er ook van overtuigd dat hij zijn vrouw ging terugzien die veertien jaar geleden overleden is. Hij geloofde daar heel sterk in, dat hij naar een andere plek ging.”
21. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?
“Lasagne met kroketten. (lacht) Dat is een soort gimmick geworden. Op elk verjaardagsfeestje maakte mijn moeder voor mij lasagne klaar. Later op restaurant ben ik blijven lasagne bestellen, maar dan zag ik bij de anderen frieten of kroketten op hun bord liggen en dan wilde ik dat ook. Zo ben ik begonnen met kroketten in mijn lasagne te dopen en dat is dus een aanrader.
“En dan als nagerechtje tiramisu. Daar ben ik ook wild van. Gewoon veel. Ik eet heel graag heel veel.”
0 件のコメント:
コメントを投稿