Hoe kwam de naam van koning Charles terecht in een opmerkelijke passage in het nieuwe controversiële boek over de Britse royals? Zelf heeft de schrijver het over een vertaalfout, maar auteur en literair vertaler Martin de Haan trekt dat in twijfel. "Een vertaler gaat zelf geen namen noemen", zegt hij in onze podcast "Het kwartier".
De Nederlandse vertaling van het controversiële boek "Endgame. Inside the royal family and the monarchy's fight for survival" werd gisteren na amper een paar uur uit de rekken gehaald. Reden? In de vertaling -"Eindstrijd. Chaos, onrust en wantrouwen: de Britse royals en hun gevecht om te overleven"- stond een onthulling te veel. Namelijk dat koning Charles degene was die een opmerking zou hebben gemaakt over de huidskleur van het eerste kind van Harry en Meghan.
Opmerkelijk, want in de Engelstalige versie is daar geen sprake van. "Ik heb de Engelse versie geschreven. Er is nooit een versie geweest van mijn handen waarin namen zijn genoemd", zegt de Britse auteur Omid Scobie. Hij spreekt van een vertaalfout. Maar dat lijkt toch heel onwaarschijnlijk, horen we van verschillende vertalers.
"Als een naam in een non-fictieboek niet wordt genoemd, weet je dat dat niet per ongeluk is", zegt Martin de Haan, auteur en literair vertaler. "Het is een beetje sneu dat de vertaler nu onterecht de zwarte piet toegespeeld krijgt."
BELUISTER - Het gesprek met Martin de Haan in podcast "Het kwartier"
Waarom zijn er zoveel zelfmoordpogingen? Het nut van de klimaattop, en missers in boeken
Het lijkt De Haan dan ook waarschijnlijker dat de naam van koning Charles in een eerdere versie wél genoemd werd, en dat de vertalers op basis van dat manuscript de vertaling hebben gemaakt. "Een vertaler gaat natuurlijk zelf geen namen verzinnen. Dus ik kan me niet anders voorstellen dan dat de naam in een eerdere versie van het manuscript heeft gestaan."
Vertalen op manuscript
Vertalers vertalen wel vaker op basis van een manuscript. Dat manuscript kan nog aangepast worden, maar dan is het nog maar de vraag of en hoe die aanpassingen tot bij de vertalers geraken. Mogelijk is er dus daar iets fout gelopen.
Martin de Haan maakte zelf iets gelijkaardigs mee bij de vertaling van een boek van de Franse auteur Michel Houellebecq. In dat boek vertelt de auteur over zijn akkefietje met een Nederlandse videokunstenaar. "In dat manuscript werden de namen vermeld, maar uiteindelijk heeft Houellebecq besloten dat die persoon niet bij naam moest worden genoemd. Toen kreeg ik een verzoek om de namen weg te halen."
Maar ook daar had het even goed fout kunnen gaan. "Als ik dat verzoek niet binnen had gekregen, had ik een probleem. Het blijft een menselijke schakel, en hoe meer die er zijn, hoe groter de kans op fouten", zegt De Haan.
Tijdsdruk
De Nederlandse vertaling van het boek verscheen samen met de originele versie. Dat gebeurt tegenwoordig wel vaker, weet De Haan: "Nederlanders en Belgen lezen natuurlijk ook Engelse boeken, dus je hebt concurrentie tussen de vertaling en de oorspronkelijke tekst. De uitgevers willen er zo snel mogelijk bij zijn en zelf scoren, waardoor het boek op hetzelfde tijdstip uitkomt." En dat leidt dus tot heel wat tijdsdruk bij de vertalers.
Bij boeken die snel moeten verschijnen, hebben vertalers soms maar tien dagen of drie weken de tijd om een heel boek te vertalen. In dat geval worden meerdere vertalers ingeschakeld, en vertalen zij op basis van een manuscript. "Dat team moet snel doorwerken en dingen met elkaar afstemmen. Dan leveren ze de vertaling in, en in een ideaal scenario is er dan iemand die het hele manuscript doorleest op taalfouten en inhoudelijke fouten", aldus De Haan.
Vervolgens volgt een eerste drukproef, die weer wordt nagekeken, al dan niet met de originele tekst ernaast. Er worden opmerkingen gemaakt, die opmerkingen worden aangepast, er volgt een volgende proefdruk... Door al die stappen en schakels zijn er volgens De Haan veel momenten waarbij iets kan foutlopen.
Dichterlijke vrijheid
Mag een vertaler in de vertaling dan zelf nooit extra informatie toevoegen? Toch wel, zo weet De Haan. "Als je een Frans non-fictieboek moet vertalen naar het Nederlands, en daarin wordt een Franse journalist genoemd die iedereen kent in Frankrijk, dan is het niet vreemd dat wij informatie toevoegen over wie dat precies is." Maar, zegt De Haan, dat is niet hetzelfde als wat bij het boek over Harry en Meghan is gebeurd.
"Als opzettelijk geen naam wordt genoemd, dan moet je die naam niet toevoegen. Zelfs als je zelf research doet en vermoedt dat het iemand is, snap je als vertaler ook wel dat je dat niet moet toevoegen."
Wat er nu écht gebeurd is, gaan we volgens De Haan waarschijnlijk nooit weten. "Voor mij is er geen twijfel mogelijk, maar ik vermoed dat de auteur zelf in de problemen kan komen door de namen te noemen. En dat het hier eigenlijk daarover gaat", besluit Martin de Haan.
0 件のコメント:
コメントを投稿