Steeds meer bedrijven halen hun productie gedeeltelijk terug uit het buitenland. Dat nieuwe fenomeen heet "reshoring". Vroeger was het bijzonder goedkoop om te produceren in lageloonlanden als China, maar doordat lonen en transportkosten stijgen, verandert dat stilaan. Volgens professor Economie Rudy Aernoudt zou meer dan de hélft van de bedrijven die hun productie naar het buitenland verplaatsten, er economisch belang aan hebben om terug te keren.
"Made in China", "Made in Vietnam"... dat zag je de laatste jaren waarschijnlijk vaak op etiketjes in kleding, speelgoed, noem maar op. Maar dat zou wel eens vaker "Made in Belgium" kunnen worden, want meer en meer bedrijven halen hun productie terug naar eigen land. Een nieuw fenomeen is ingezet: "reshoring".
Om dat fenomeen te begrijpen, moeten we even terug in de tijd, naar het begin van dit millennium. Toen verplaatsten veel westerse bedrijven hun productie naar lageloonlanden: "offshoring". De lagere loonkosten maakten het veel interessanter om productielijnen op te starten in Aziatische landen als Vietnam en China. "In de periode van 2000 tot 2010 is veertig procent van de Europese bedrijven volledig of gedeeltelijk vertrokken naar het buitenland", vertelt professor Economie Rudy Aernoudt in het programma "De Markt". "Dat komt neer op een jobverlies van 3,5 miljoen mensen in Europa".
Nu ontstaat er dus een terugkeerbeweging, al is die nog pril. "Maar het potentieel is zeer groot", zegt Aernoudt. Dat zien we al in enkele landen. "In Amerika zetten ze erop in. Daar zijn er al vierhonderd bedrijven teruggekomen, goed voor anderhalf miljoen jobs".
Dat komt omdat de situatie veranderd is. De loonkosten zijn nog altijd lager in die landen dan bij ons, maar het verschil is veel kleiner. "De lonen zijn in China gemiddeld met honderd procent gestegen op tien jaar tijd". Dat is min of meer zoals in Roemenië of Bulgarije bijvoorbeeld.
Maar er zijn ook andere kosten gestegen, zoals het transport. "Als je een container laat brengen van Shanghai naar Antwerpen, kost dat je tien keer zoveel als twee jaar geleden", verduidelijkt Aernoudt. Dat moet je allemaal meerekenen in de totaalkost.
Duwtje van corona
Niet alleen het financiële plaatje heeft een rol gespeeld in deze evolutie. Het fenomeen van offshoring werd plots anders bekeken tijdens de lockdowns. "Corona is een soort bewustwording geweest. Geen enkel bedrijf in Europa had de capaciteit om mondmaskers te maken". Een wake-upcall, volgens Aernoudt. "De mensen stellen zich ook de vraag waarom we in China moeten produceren en waarom we dat hier niet kunnen". Ook vanuit marketingoogpunt interessant: niet langer "Made in China", maar "Made in Belgium".
Bovendien maakten de vele leveringsproblemen tijdens de coronapandemie dat leveringstermijnen nu belangrijker geworden zijn dan vroeger. Het transport moet vlot verlopen en bedrijven moeten kort op de bal kunnen spelen.
Werk op maat
Net dat is de specialiteit van maatwerkbedrijven (vroeger gekend als beschutte werkplaatsen): kort op de bal spelen. Zij worden steeds vaker benaderd door bedrijven die overwegen om (een deel van) hun productie opnieuw uit te besteden in eigen land. Reshoring is immers niet zomaar een aantal jobs verplaatsen. Vaak wordt hetzelfde werk gedaan door een pak minder mensen, bijvoorbeeld in combinatie met een machinepark en digitalisering.
56 procent van de bedrijven die naar het buitenland zijn getrokken, hebben er economisch belang bij om terug te keren
Dat is waarschijnlijk één van de verklaringen voor de groei van de sector. Sinds het begin van de coronapandemie steeg de tewerkstelling er met 6,6 procent. "Al hebben de politieke beslissingen ook een impact gehad", zegt Francis Devisch, algemeen directeur van koepelorganisatie "Groep Maatwerk". "Zo creëerde voormalig minister van Werk Hilde Crevits extra plaatsen voor maatwerkers, op voorwaarde dat bedrijven konden aantonen dat ze in de circulaire economie betrokken zijn. En ook de huidige minister, Jo Brouns, maakte plaatsen bij".
"Bovendien is de economie na de plotse coronadip snel opgeveerd. Als bedrijven onverwacht groeien, zullen ze in eerste instantie aankloppen bij maatwerkbedrijven", volgens Devisch, omdat maatwerkbedrijven flexibel kunnen inspelen op nieuwe opdrachten.
Meer dan de helft kan "reshoren"
Maar er is nog veel meer mogelijk, volgens Aernoudt. "Wij hebben berekend dat 56 procent van de bedrijven die "ge-offshored" hebben, er puur economisch belang bij zouden hebben om terug te keren". Nochtans ligt er veel meer politieke focus op het aantrekken van buitenlandse investeringen. "We zien duidelijk in alle studies dat die minder belangrijk zijn dan reshoring".
De regering moet een actievere rol spelen, pleit Aernoudt. "We moeten niet vervallen in een beleid van subsidies. Maar ga naar die bedrijven en vraag wat hun voorwaarden zijn om terug te komen. Dat is ook tailor-made, werk op maat".
0 件のコメント:
コメントを投稿