Op 67-jarige leeftijd heeft Martine Tanghe ons verlaten. Jarenlang was ze als Journaal-anker ook voor de sportliefhebbers een vertrouwd gezicht. Sportjournalist Maarten Vangramberen maakte haar 15 jaar lang van nabij mee. Hij haalt herinneringen op aan de persoon waar hij eerst "met knikkende knieën" naast zat, maar die hij leerde kennen als "een fantastische vrouw".
Ik wist dat dit kon gebeuren, maar het is toch altijd nog te vroeg. Het raakt je uiteindelijk dan toch harder dan je verwacht had.
Mijn eerste keer in het Journaal met Martine was in 2008. Met knikkende knieën. Zij was toen immers het icoon van het Journaal, dus ik begon er altijd met een bang hartje aan.
Ik wilde zeker geen fouten lezen en wilde zeker niet dat ze achteraf zou kunnen zeggen: "Die zinsconstructie klopte niet."
Maar dat gevoel verdween ook snel, want ze was vooral een heel aangename vrouw om naast te zitten. Ze werkte hard, was heel gefocust, maar tijdens de sport kon ze dat loslaten.
Want, van alle Journaalankers wist Martine het meeste af van de sport. Ze volgde het sportblok altijd met volle interesse en had er ook altijd een mening over. Het gebeurde niet zelden dat ze tussen twee reportages door een vraag stelde of haar mening gaf.
Liefde voor de sport
Die liefde voor de sport is misschien verrassend, maar valt te verklaren omdat ze vroeger bij haar thuis een café hadden. Daar is die liefde ontstaan. In eerste instantie voor het wielrennen, want dat is typisch Vlaams.
Maar ze had ook enorm veel interesse in het basketbal, ook omdat dat in haar familie gespeeld werd. De Belgian Cats, die Europees kampioen zijn geworden, dat volgde ze o zo hard.
Ze heeft ook maar één keer tickets gevraagd voor een sportwedstrijd en dat was voor het basketbal. Maar uiteindelijk volgde ze alle sporten en had ze over alles een mening.
Ik ging haar regelmatig opzoeken. Ik nam een fles mee en we praatten over van alles.
Gestolen zinnen
In de 15 jaar dat ik haar van nabij heb gekend, heb ik heel veel van haar opgestoken. Hoe ze de dingen verwoordde, hoe ze keek toen ze nieuws vertelde. Het was elke keer stelen met de ogen.
Ik gebruik nu af en toe nog zinnen die ik gewoon van haar gestolen heb.
Daarnaast heb ik haar ook op persoonlijk vlak leren kennen. Ze woonde niet zo heel ver van mij en ik ging haar regelmatig opzoeken. Ik nam dan een fles mee en we praatten over van alles.
Ook over het Journaal, want dat kon ze in het begin moeilijk loslaten. Maar na verloop van tijd lukte dat wel.
Daarnaast was ze zoals alle grootouders verzot op haar kleinkinderen én op de dieren in haar tuin.
Na de klassiekers had ik haar nog een bericht gestuurd: "Martine, het is nu druk, maar ik kom zo snel mogelijk af." Maar uiteindelijk ben ik er niet meer geraakt. Zo zonde.
Maarten Vangramberen
0 件のコメント:
コメントを投稿