De derde finaleavond van de Elisabethwedstrijd verliep in crescendo. Anna Im etaleerde haar violistiek meesterschap, maar haar Sibeliusconcerto bleef soms wat aan de oppervlakte. De Amerikaanse Elli Choi verzekerde zich dan weer van een plekje in de top van het klassement, al reikt haar star quality een pak verder dan dit concours.
Het (nog maar voor een klein deel geschreven) levensverhaal van de Zuid-Koreaanse Anna Im is even bewonderens- als betreurenswaardig: al op haar dertiende liet ze haar familie, vriendjes en thuisland achter om in Groot-Brittannië een nóg betere violiste te worden. Nog steeds krijgt ze een krop in de keel en rollen de tranen over haar wangen wanneer ze vertelt over hoe ze een stuk van haar kind-zijn moest opofferen om tussen de muzieklessen door een vreemde taal en nieuwe gebruiken aan te leren. De menselijke tol van het streven naar excellentie is in deze sector nog schromelijk onderbelicht.
In de aanloop naar dit concours liet ze optekenen dat ze van de Elisabethwedstrijd zelfs niet had durven te dromen: “want die is alleen voor de échte sterviolisten”. Met haar prestatie in de finale bewees ze aan zichzelf en de wereld dat ze wel degelijk tot dat selecte kransje behoort.
In haar uitvoering van Escaichs ‘Variations litaniques’ bevestigt ze onze indruk uit de eerste beproevingen: Im is viooltechnisch één van de meest begaafde muzikanten in deze competitie. Haar spel is verfijnd en delicaat, soms op het lieflijke af, maar altijd met onwankelbare beheersing. Dat trekt ze door in het vioolconcerto van Sibelius. Tegen de trend van de laatste edities in, is Im de enige die voor dit werk kiest. Dat is weinig verwonderlijk, aangezien ze hiermee onlangs nog de eerste prijs wegkaapte op het internationale vioolconcours van Stuttgart (waar ze Ruslan Talas, die dinsdag aantrad, achter zich liet). Ze raakt de noten met chirurgische precisie, maar iets te vaak zonder de immanente weerbarstigheid die je in de beste uitvoeringen van dit werk door je ruggenmerg voelt gieren.
Powerplay
Het is dan ook haar rechtstreekse tegenkandidate die na het concert over alle tongen gaat. “Een doorgewinterde performer op de rijpe leeftijd van tweeëntwintig”, zo opent de biografische pagina op de website van Elli Choi. Het is de violiste ten voeten uit, met innemende humor en fris zelfbewustzijn. In onze voorbeschouwing, waarin we enkele favorieten uitlichtten, noemden we Choi een ‘elegante krachtpatser’ en daar nemen we geen woord van terug. In tegenstelling tot de meeste van haar tegenkandidaten strijkt ze het plichtwerk aan als een tour de force: vitaal en energiek. Als een John Massis in helblauw bloemengewaad beet ze zich vast in de notenbrei en met dichtgeknepen tanden en frisse overgave sleepte ze het orkest doorheen het werk. In een ietwat zeemzoeterige orkestpassage aan het eind van het plichtwerk kiest ze er niet voor om de aangehouden, melodisch ietwat contrair aandoende noot zachtjes over het orkest te weven. Integendeel, want ze speelt haar meedogenloos hard en vrijwel zonder vibrato waardoor ze dwars door de kitscherige begeleiding heen lijkt te snijden. Het is tekenend voor haar spel: pure powerplay, maar wel van de meest beklijvende soort.
Nóg meer dan het plichtwerk blijkt het vioolconcerto van Sjostakovitsj’ een schot in de roos. Het eerste deel, de ‘Nocturne’, is een introspectief, ietwat melancholisch deel dat om bovengenoemde redenen het minst aanleunt bij de speelstijn van Choi. Toch scoort ze ook hier: de legato-passages benadert ze met zoveel polssouplesse dat je veranderende strijkrichtingen nauwelijks opmerkt en hoewel haar volronde klank in deze beweging enige weerbarstigheid zou kunnen verdragen, weet ze de zaal op haar eigenste manier onder te dompelen in de juiste, rokerige sferen.
Met het scherzo – en eigenlijk met zowat alles wat volgt – maakt Choi het feest compleet. De manier waarop ze zin voor humor en sarcastische overdrijving combineert met een weergaloze joie de jouer. De techniciteit waarmee ze fluks en soepel door de partituur navigeert. De bijna karikaturale mimiek waarmee ze op onverklaarbare wijze geen greintje geloofwaardigheid inboet. De zorgvuldigheid waarmee ze ook de kleinste versieringen helder articuleert. En niet in het minst: het aangehouden energieniveau dat Choi hier schijnbaar moeiteloos aan de dag weet te leggen. Dat hebben we sinds Frank Vandenbroucke (de wielrenner eerder dan de minister) niet meer gezien.
Choi oogst de eerste staande ovatie van het concours en wipt, althans wat ons betreft, autoritair naar de leidersplaats.
0 件のコメント:
コメントを投稿