RecensieMachine Gun Kelly
Machine Gun Kelly had het allemaal in Werchter: een gebrek aan goede nummers, een tekort aan talent, en een volslagen vertekend beeld van de eigen marktwaarde. Maar opmerkzaam was hij wel. “Ik denk dat ik hier al eens eerder geweest ben”, gokte hij.
Klopt: zes jaar geleden was dat. Toen pretendeerde Machine Gun Kelly nog een rapper te zijn. Tijden! Nu probeerde hij echter iets met een gitaar dat heel erg op Blink-182 leek, en voor de rest deed hij aan zelfbeklag. Zowel in zijn muziek als erbuiten: meermaals stond hij te bokken op het podium, terwijl je geacht werd om geduld op te brengen tot hij weer aanspreekbaar genoeg was om aan zijn volgende poppunkpastiche te beginnen. “Ik heb een slechte dag, ik heb geprobeerd maar nu laat ik het gewoon toe", meldde hij nadat hij als rookpauze even zonder succes had staan prielen aan een drumcomputer. Even tevoren was hij ook al afgewezen door een akoestische gitaar, die blijkbaar toch hogere standaarden had dan Megan Fox.
Een uurtje eerder was Machine Gun Kelly begonnen aan zijn overval op het Werchter-publiek met ‘Papercuts’, gebracht van bovenaan de piramide die aldoor in de achtergrond boven het podium uittorende: haar in piekjes, gestoken in een jas van meters zilverpapier, zoals je overschotjes ook hoort te bewaren. Een eerste veeg teken dat het weleens een lang optreden zou kunnen worden, kwam al toen hij moppen begon te vertellen. De eerste valt helaas niet te vertalen – geen nood, u mist niets – maar de tweede ging als volgt: “Weet je waarom mijn haar er zo uitziet? Ik ben horny.” Oké dan. Weet je waaraan je kon zien dat ik in de Kempen woon? Ik stond te Balen.
Bij de volgende manische bui, tijdens ‘Nothing Inside’, achtte hij de omstandigheden ideaal om de controlekamer van de geluidsinstallatie te beklimmen. Bij aankomst in de nok was de inspiratie echter op, dus bleef hij maar daar. Ongetwijfeld hing Herman al aan de telefoon met de brandweer toen hij eindelijk weer terugkeerde naar het podium. “Hallo? Ja, er zit weer eentje in de toren. Ja. Machine Gun Kelly deze keer. Hállo?”
Lees alle recensies van Rock Werchter in onze liveblog.
Niet veel later sneed hij zich ook nog aan de scherven van zijn wijnglas en moest hij even richting coulissen, maar ik had tegen dan wel andere zorgen dan een overroepen popster die vastzat in een geluidstoren of stond leeg te bloeden op het podium. Tijdens het enerverende ‘Emo Girl’ was het namelijk plots beginnen te regenen, en tijdens die meteorologische tegenslag raakte ik plots bevangen door de angst dat ik mensen zou moeten uitleggen dat ik die longontsteking te danken had aan een optreden van Machine Gun Kelly. Op vlak van schaamtelijke medische noodgevallen kon dat tellen. “Euh, opgelopen terwijl ik naakt langs de E19 zat te masturberen bij bejaardenporno, dokter. Ben ik nog te redden?” Uit een gelijkaardige angst voor gehoorschade, besloot ik daarna ook nog om mijn oordoppen ietsje dieper te duwen, en om voor de zekerheid nog een extra paar in te brengen. Volgens de hulpverlener van het Rode Kruis die me na het optreden met luider stemme te woord stond met een pincet, kan ik dat beter niet doen. Hij had makkelijk praten.
Ik denk niet dat achter Machine Gun Kelly, waar de mens Colson Baker zich ophoudt, een ploert schuilt. Toen hij in de frontstage een klein meisje zag meelippen met zijn muziek, ging hij haar gezelschap houden. Helemaal aan het eind onderbrak hij de boel zelfs om handtekeningen uit te delen in het publiek. Moge Machine Gun Kelly dra iets heilzaams beginnen in de noodlijdende kinderopvangsector, of anders aan de slag gaan met petities voor een goed doel, want hiermee bewijst hij werkelijk niemand een dienst. Ook zichzelf niet.
0 件のコメント:
コメントを投稿