Sinds enkele maanden vangen klankman Pascal Braeckman en zijn vrouw An door omstandigheden twee van hun kleinkinderen op als pleegkinderen, schrijft Het Laatste Nieuws. "We wilden hen stabiliteit bieden", vertelt hij aan VRT NWS. Maar komt dat eigenlijk vaak voor, opvang door "pleeggrootouders"? En welke voor- en nadelen heeft dat dan?
"We wilden dit eigenlijk niet publiek maken, maar in het programma 'Huis gesmaakt' (een spin-off van 'Huis gemaakt' op VTM Go, red.) is het kinderspeelgoed in ons huis in beeld gekomen", vertelt Pascal Braeckman, de bekende klankman van onder meer "Reizen Waes". "Bart (Appeltans, red.) heeft daar dan een vraag over gesteld en journalisten hebben dat opgepikt."
Braeckman heeft het over het feit dat hij en zijn vrouw An momenteel de dochters (4 en 2 jaar oud) van hun dochter opvangen. Geen evidente situatie, maar Braeckman wil er graag open over vertellen, al was het maar om andere pleeg(groot)ouders een hart onder de riem te steken. Enkel over de aanleiding ervoor wil hij niks kwijt. "We waren vooral bezorgd dat de kinderen uit elkaar gehaald zouden worden", zegt hij. "Wij wilden hen stabiliteit bieden, want het is voor hen emotioneel al zwaar geweest."
Hoe je het ook draait of keert, het blijft een groot engagement voor Braeckman en zijn vrouw. Ze zijn intussen allebei 62 en waren nog allebei aan het werk. Hij is bijvoorbeeld zelf net terug van twee weken opnames in Rwanda. Valt dat enigszins te combineren? "Het lukt, maar het heeft zeker consequenties gehad", geeft Braeckman toe. "Mijn vrouw werkt bij Ikea en daar zijn ze fantastisch omgegaan met de hele situatie. Ze zit nu in een soort stelsel, waardoor ze nu tijdelijk niet meer moet werken en zo thuis kan zijn voor de kleinkinderen. We zijn daar enorm dankbaar voor."
Geen kleine groep
Braeckman en zijn vrouw zijn lang niet de enige pleeggrootouders in Vlaanderen. "In ongeveer de helft van alle pleegzorgsituaties in Vlaanderen (dat waren er eind 2022 8.480, red.) worden kinderen en jongeren opgevangen in hun familiale netwerk", weet Jan Brocatus, woordvoerder van Pleegzorg Vlaanderen. "Nog eens 16 procent van de opvang gebeurt in het sociale netwerk van de kinderen."
"Die opvang door familie of sociaal netwerk is natuurlijk het eerste dat we proberen, want er zijn al te weinig pleeggezinnen voor de bestandspleegzorg (dat zijn gezinnen die de pleegkinderen opvangen zonder dat ze het gezin van oorsprong kennen, red.)." Naar schatting 6 op de 10 pleegzorgsituaties binnen het familiale netwerk worden in handen genomen door de grootouders. Dat ruwweg een derde van het totaal, geen kleine groepje.
Opvoeding is veranderd
Dat de kinderen hun pleeggrootouders al kennen, is natuurlijk een enorme troef. "Maar dan begint natuurlijk het opvoedingsluik", voegt Brocatus toe. "Voordien waren grootouders vaak degenen die hun kleinkinderen konden verwennen. Nu moeten ze plots een andere rol opnemen."
En ja, dat opvoeden vergt wel wat van een mens, erkent ook Braeckman. "Pleegzorg legt natuurlijk ook wel wat regels op. Bovendien zijn op vlak van opvoeding veel normen en waarden veranderd. In het begin had ik het daar soms moeilijk mee, want je kunt ons natuurlijk niet echt een traditioneel gezin noemen. Niet dat wij grote losbollen zijn, maar de regels zijn wel wat anders dan vroeger."
Brocatus noemt dat verhaal "heel herkenbaar". "Uit bevragingen bij pleeggrootouders leren we dat dat generatieverschil wel een impact kan hebben: het creëert soms onzekerheid en onmacht. Bovendien heeft de nieuwe situatie ook een impact op hun sociale weefsel: ze hebben minder tijd, zijn minder flexibel in hun sociaal leven, waardoor ze zich soms geïsoleerd of eenzaam beginnen te voelen."
Grootouders zijn vaak heel gemotiveerd voor hun kleinkinderen, maar het zorgt er soms ook voor dat ze bepaalde problemen onderschatten of durven te maskeren
Pleegzorgconsulenten proberen daar ook aandacht voor te hebben. "Sowieso houden we een vinger aan de pols bij elke plaatsingssituatie, maar bij grootouders hebben we vaak extra aandachtspunten", weet Brocatus. "Zo zijn die mensen vaak heel gemotiveerd voor hun kleinkinderen, wat natuurlijk in de eerste plaats bijzonder positief is. Maar het zorgt er soms ook voor dat ze bepaalde problemen onderschatten of durven te maskeren. En dan dreigt het risico op overbelasting."
Plan C
Harde cijfers heeft hij niet, maar uit gesprekken maakt Brocatus op dat het engagement van pleeggrootouders vaak nog duurzamer is dan dat van bestandspleegzorgers. "Omdat ze familie zijn, blijven ze zelfs in moeilijke situaties vaak langer proberen, waar een bestandspleegzorger misschien sneller een keuze zou maken of limieten zou stellen."
Tegen dat zij 18 zijn, ben ik bijna 80, als ik dat al haal. Wat gebeurt er als wij ziek zouden worden?
Feit is dat Braeckman en zijn vrouw zelf ook niet weten hoelang de pleegzorgsituatie voor hun kleindochters zal aanhouden. "Maar kinderen horen niet bij hun grootouders op te groeien", klinkt het eerlijk. "Want nu gaat het nog allemaal, maar tegen dat zij 18 zijn, ben ik bijna 80, als ik dat al haal. Wat gebeurt er als wij ziek zouden worden?"
Die bezorgdheid speelt bij wel meer pleeggrootouders op, zegt Brocatus. "Ook daar bestaat het risico dat ze ouderdomskwaaltjes gaan minimaliseren of verzwijgen. Onze consulenten leggen dat punt daarom geregeld mee op tafel. Het is belangrijk dat je samen en open kijkt naar de toekomst van een pleegkind, zodat je bijvoorbeeld een gezamenlijk 'plan C' kunt opstellen."
Gelukkig
Dan rest nog de hamvraag: hoe gaat het nu met de kleinkinderen van Braeckman? "De consulenten van Pleegzorg komen geregeld langs. Zij hebben dan manieren om te testen of het goed gaat met hen. En het ziet er goed uit", lacht hij.
"In begin vonden ze het ook wel raar dat ze plots altijd bij ons waren. Maar nu wordt die vraag zelfs niet meer gesteld. De oudste zegt soms zelf dat ze gelukkig is. Het doet wel plezier om dat uit de mond van een vierjarige te horen."
0 件のコメント:
コメントを投稿