Een messiaanse comeback, een nijdige Tom Barman en de glorieuze waanzin van Grace Jones: dit was dag twee van Live is Live - De Morgen - Crune Blogs

Latest

2023年6月26日月曜日

Een messiaanse comeback, een nijdige Tom Barman en de glorieuze waanzin van Grace Jones: dit was dag twee van Live is Live - De Morgen

FestivalrecensieLive is Live

The Hickey Underworld. Wie in Antwerpen naar de nieuwe single ‘Living on Big Foot’ stond te luisteren en dan nog tegen zijn pint stond te zaniken dat het vroeger allemaal beter was, wel, die dwaalt. Beeld Koen Keppens
The Hickey Underworld. Wie in Antwerpen naar de nieuwe single ‘Living on Big Foot’ stond te luisteren en dan nog tegen zijn pint stond te zaniken dat het vroeger allemaal beter was, wel, die dwaalt.Beeld Koen Keppens

De tweede dag van Live is Live werd andermaal bakken en braden voor 12.500 indie- en rockliefhebbers op de Antwerpse Middenvijver. Om het in de termen van Alderweireld en Van Bommel te zeggen: thuisspelers Admiral Freebee en dEUS scoorden, Grace Jones dwaalde op geheel eigen wijze rond de middencirkel.

Het hoogtepunt van de slotdag van Live is Live? Tot een uur of zeven waren dat, aan de dampende lijven op het festivalterrein te zien, de waterfonteintjes aan de toiletten en de schaarse plassen schaduw op een bloedheet terrein. Het was een prima dag om je zweetfetisj te vieren of een ijsje te eten, maar niet om als Belgische rockreuzen je terugkeer te vieren na zeven jaar afwezigheid. En toch: toen Younes Faltakh van The Hickey Underworld (★★★☆☆) zijn eerste oerkreet van de dag uitstootte, lag ons eerste oordeel al klaar: zet alle comebacks op één lijn tussen Jezus op Palmzondag en het ‘Rad van Fortuin’, en de Humo’s Rock Rally-winnaars van 2006 schurken dichter aan tegen de messias dan tegen Peter Van de Veire.

Faltakh, tien minuten ver in de set: “Ik heb net mijn gitaar in mijn eigen ballen geslagen. In de testikels.” Knudde, maar ook: Faltakh hééft ballen. Bij allevier de muzikanten hangen ze nog mooi, zelfs na zeven jaar onthouding. Wie in Antwerpen naar de nieuwe single ‘Living on Big Foot’ stond te luisteren en dan nog tegen zijn pint stond te zaniken dat het vroeger allemaal beter was, wel, die dwaalt. Het laatste kwartier was het bombardement dat je wist dat zou komen: een vinnig ‘Blonde Fire’, een witheet ‘Future Words’ en een lang uitgesponnen ‘VRMNSMR’, waarin Faltakh geleerd ging doen met de feedback van zijn versterker. De drummer flikkerde zijn floortom tegen het podium, de bassist ging er doodleuk op zitten. Geslaagde rentree, die in de juiste zaal of tent alleen maar harder in scroti en labia zal aankomen.

Belle & Sebastian (★★★☆☆) stond dan weer prima waar het stond: de groep heeft nooit de sturm und drang van de ware headliner gehad, maar op deze hoogmis van de wat rijpere indieliefhebber - rijp zowel in de geest als op de identiteitskaart - lokte hun onberispelijk gespeelde songs hier en daar wat blotevoetengedans uit. ‘Dog On Wheels’: was een lied vol warme liefde met snee op de sambaballen. ‘If She Wants Me’: onberispelijke gitaarpop voor op de barbecueplaylist. ‘Another Sunny Day’ kreeg spontaan wat bezwete handen op elkaar en ‘Boy With The Arab Strap’ blijft zijn ding doen als popklassieker uit het ondergrondse. Maar al te vaak is de vraag na een uurtje Belle & Sebastian: wat greep je bij de keel en de kladden? In ons geval: wel wat, maar niet genoeg.

De onberispelijk gespeelde songs van Belle & Sebastian lokten hier en daar wat blotevoetengedans uit.  Beeld Koen Keppens
De onberispelijk gespeelde songs van Belle & Sebastian lokten hier en daar wat blotevoetengedans uit.Beeld Koen Keppens

Live is Live ging vorig jaar in zijn eerste editie prat op het concept met één podium dat de luisteraar tijd en ruimte moest geven, maar nu is er toch een kleine, akoestische Dageraad Stage met op de slotdag onder meer een soloset van de Nederlandse zangeres néomí, wier gevoelige folkpop door dit publiek wel met meer aandacht werd onthaald dan op de meeste andere festivals het geval zou zijn geweest. De Dageraad was ook de plek waar thuisspeler Admiral Freebee, enkel vergezeld door pianist Senne Guns, zijn laatste plaat en een paar classics mocht komen uitkleden. Voor hem was het podium wel te klein, zo van achteraan bekeken leek het wel Harry Styles met een baard en een petje.

Natuurlijk was vandaag vooral de dag van een andere thuismatch. Vorig jaar speelde dEUS (★★★★☆) al op de eerste editie van Live is Live, toen nog in Zeebrugge, en dat was een ontspannen, naar gin-tonic ruikende hitparade in het volle daglicht. Nu schurkte de groep in het schema wat dichter tegen de schemer aan en was er wél nieuwe muziek: het nog steeds piepe ‘How To Replace It’, waarvan de titeltrack net als in de AB de perfecte opener van de avond bleek. Drummer Stéphane Misseghers deed naar aloude Antwerpse gewoonte van boem paukenslag en het triomfantelijke orgel van Klaas Janzoons deed de rest. ‘Must Have Been New’ werd ontsierd door de rouwdouw achter ons die het nodig vond om te zeuren over rood en wit - eerlijk: ik vind avondzonroze een meer liefdevolle kleur -, maar verder was daar geen knijt op aan te merken.

Even rimpelloos waren ‘Constant Now’ en ‘The Architect’, al begon het ons daar op te vallen dat Tom Barman een nijdig dagje had vandaag. Had hij de tram gemist? Is hij stiekem supporter van de in het zand bijtende Wout van Aert? Had hij spijt van zijn eigen keuze voor een knalrode broek? Of hoorde hij óók de gezelligaards die vonden dat hun versie van het clublied van Antwerp ook wel op deze avond paste? Wat er ook van zij: Barman keek alsof hij aan iets heel ambetants dacht. Hij declameerde, reciteerde en gromde de eerste nummers van de show meer dan hij zong.

Over wat dEUS daarna deed, zal er volgende zomer nog altijd worden gediscussieerd in Antwerpse kunstenaarskroegen: nam de groep een artistiek risico of kakte de setlist in? Natuurlijk is ‘Faux Bamboo’ een van de fraaiste nummers op de nieuwe plaat, natuurlijk krijg je ‘Sun Ra’ niet elke avond in je gezicht geblazen en natuurlijk is ‘Fell Off The Floor, Man’ nog steeds een lekkere linkse voor je neusvleugels, maar toch: we voelden ’m heel even niet helemaal. De band won op z’n Antwerps, in blessuretijd: en minuut of zes voor het einde legde Barman de bal achteruit af met de woorden: ‘On the violin, Mr. Claus Jansoons!’ Waarop mister Jènzoens de intro van ‘Suds and Soda’ linksboven de kruising in jaste.

De derde helft was voor Grace Jones (★★★☆☆), die er een halfuur te laat aan begon. Of volgens de tijd- en ruimtewetten van Grace Jones: precies op tijd. Haar band in de mist en in het donker, zijzelf op een keizerlijk verhoog achter haar troepen met een getooide gouden doodskop op haar gezicht.

Jones is zacht gezegd niet de beste vocalist op haar eigen podium en ook niet de meest stabiele persoon. Dat zijn wij ook niet op naaldhakken van meer dan tien centimeter, voor alle duidelijkheid, maar la Jones zag er daarnaast ook nog eens ook – excusez le mot – dronken uit. We zeggen niet dat ze het wás, ze zag er zo uit. En de cameraman had plots veel aandacht voor het halflege glas drank op de scène, dat ook.

Grace Jones zette zich op handen en knieën en staarde als bezeten het publiek in, ze schudde met haar hoofd als een wildevrouw, ze keilde best wel hard tamboerijnen in het publiek, ze zong ‘Amazing Grace’ en kafferde haar toehoorders uit toen die niet enthousiast meezongen, ze wisselde op het podium van kledij en hief daarna haar hoepelrok op om haar slipje te laten zien. Beeld Koen Keppens
Grace Jones zette zich op handen en knieën en staarde als bezeten het publiek in, ze schudde met haar hoofd als een wildevrouw, ze keilde best wel hard tamboerijnen in het publiek, ze zong ‘Amazing Grace’ en kafferde haar toehoorders uit toen die niet enthousiast meezongen, ze wisselde op het podium van kledij en hief daarna haar hoepelrok op om haar slipje te laten zien.Beeld Koen Keppens

Toch is het antwoord op de vraag wie deze show overeind hield: Grace Jones. Omdat het fucking Grace Jones is. Hoe potsierlijker haar hoofddeksel – ze wisselde elk nummer -, hoe dikker de stromen van charisma die langs haar gebodypainte lijf naar beneden gutsten. Ze zette zich op handen en knieën en staarde als bezeten het publiek in, ze schudde met haar hoofd als een wildevrouw, ze keilde best wel hard tamboerijnen in het publiek, ze zong ‘Amazing Grace’ en kafferde haar toehoorders uit toen die niet enthousiast meezongen, ze wisselde op het podium van kledij en hief daarna haar hoepelrok op om haar slipje te laten zien. Ze draaide haar fans binnen, liet zich op de nek van een beveiliger hijsen en ging - ‘slaaaaave to the rhythm' - minutenlang hoelahoepen.

Op het einde werd het haast tragisch: de zangeres geraakte steeds minder goed uit haar woorden, maar joeg haar band aan om toch maar niet te stoppen, tot op een bepaald moment gewoon de muziekinstallatie uitging. Alleen: Jones en haar band hadden dat niet door. Waarop ze nog minutenlang doorspeelden voor Iggy mag weten wie, de leading lady uiteindelijk alleen op het podium achterbleef en ze niet wegging voor ze nog een fan had binnengedaan.

Maar het was entertainend, het was fascinerend en voor het eerst zagen we mensen dansen. Dansen! Na een dag van degelijke indierock in de hitte was het dus Grace Jones die de thermometer pas echt door het dak joeg met haar goede band en haar warrige show. Een show die je van niemand zou aanvaarden, behalve van fucking Grace Jones.

Adblock test (Why?)

続きを読みます https://news.google.com/rss/articles/CBMipgFodHRwczovL3d3dy5kZW1vcmdlbi5iZS90di1jdWx0dXVyL2Vlbi1tZXNzaWFhbnNlLWNvbWViYWNrLWVlbi1uaWpkaWdlLXRvbS1iYXJtYW4tZW4tZGUtZ2xvcmlldXplLXdhYW56aW4tdmFuLWdyYWNlLWpvbmVzLWRpdC13YXMtZGFnLXR3ZWUtdmFuLWxpdmUtaXMtbGl2ZX5iYjk1YjZiYzcv0gEA?oc=5

0 件のコメント:

コメントを投稿